Een gezonde huid is afhankelijk van een aantal factoren. Een van die factoren is de specifieke zuurgraad van de huid. Het huidoppervlak heeft een zure pH en wordt daarom ook wel ‘zuurmantel’ genoemd. Deze zuurgraad en de buffercapaciteit in de bovenste huidlaag ofwel het stratum corneum (SC) zijn belangrijk voor een goede huidconditie, door onder andere het in stand houden van de goede huidflora (huidbacteriën) als ook ter ondersteuning van belangrijke fysiologische processen zoals de opbouw van een optimale structuur van de vet barrière en het evenwicht in het SC.
In 1892 werd voor het eerst de zure natuur van de huid beschreven. Heuss concludeerde in 1982 “dat de gehele gezonde huid een zure reactie vertoont, hoewel de zuurgraad varieert per betrokken huidgebied”. Pas in de 20-er en 30-er jaren van de 20ste eeuw werd bedacht dat de afweer tegen micro-organismen werd beïnvloed door de pH van het huidoppervlak. Men concludeerde dat zweetlagen op de huid met een zeer verdunde oplossing van zuren bij verdamping een residu achterlaten met een hoge zure concentratie. De zuurmantel is niet de enige afweer tegen micro-organismen, ook het sebum ofwel talg en het proces van continue afschilfering dragen hier aan bij.
Lange tijd werd gedacht dat de pH van het huidoppervlak voornamelijk het gevolg was van exocriene secretie door de huidklieren met als functie om de bacteriële huidflora als zure mantel te reguleren en als reiniging van de huid. Recent zijn er meer onderzoeken gedaan naar het verloop, de componenten en de functie van de pH waarden op de huid en ook in de diepere hoornlagen. Het zure milieu speelt een centrale rol in het in stand houden van de barrière functie, de normale SC lipide (vetten) rijping en de afschilfering. In het begin van de vorige eeuw ontdekten onderzoekers Schade en Marchionini (1928) dat de afgedekte huid minder zuur was dan blootgesteld aan de atmosfeer en dat de pH verschilt per huidregio. Men dacht toen dat de zure pH het gevolg was van impregneren van de hoornlaag met zure bestanddelen of eccriene zweet, omdat in huidplooien en in gebieden voorzien van apocriene klieren de pH minder zuur of zelfs neutraal was. Sinds 1950 is de ‘flat glass electrode ontwikkeld’, waarmee de huid pH goed gemeten kan worden bij de diverse onderzoeken.
De zuurgraad van de huid draagt bij en heeft een sleutelrol in:
een goed functionerende barrière van het Stratum corneum SC;
behoud van integriteit en cohesie van het SC;
het in stand houden van de gezonde homeostase (evenwicht) in en op de huid;
de vetproductie en de opbouw van de vet barrière van de huid;
het extracellulaire lipide proces (vetproces buiten de cel);
de proteolytische (eiwitsplitsende) processen – m.b.v. enzymen - welke leiden tot desquamatie (afschilferen) van de huid;
de instandhouding van de gezonde residente huidflora;
de antimicrobiële resistentie ofwel de afweer tegen ziekmakende micro-organismen welke door een zure pH wordt gehandhaafd.
Al deze bovengenoemde processen zijn dus pH afhankelijk en kunnen zelfs bij geringe afwijking van de huid pH reeds uit balans gaan. Uit recente wetenschappelijke literatuur en onderzoeken blijkt dat de pH van de huid bij huidaandoeningen zoals acne, eczeem, rosacea en verouderde huid afwijkt van de gezonde huid pH. Is dit een oorzaak of is dit een gevolg van andere factoren? Er zijn de afgelopen jaren steeds meer wetenschappelijke onderzoeken gedaan naar de pH van de huid en de beïnvloeding hiervan door externe factoren zoals water, zweet, huidverzorgende producten en reinigingsmiddelen. Opvallend is echter dat deze kennis nog weinig wordt toegepast in de praktijk. Slechts enkele fabrikanten van huidverzorgende producten maken huidproducten met een pH die gelijk is aan de gezonde huid. Dit staat dan ook op de verpakking vermeld. Van veel andere huidverzorgende producten voor de huid en cosmetica is onbekend welke pH ze hebben of de fabrikanten willen hier geen informatie over verstrekken onder het mom van 'Receptgeheim'. Om meer inzicht te krijgen in het ontstaan en de behandeling van huidafwijkingen is kennis over de huid pH, de effecten van afwijkingen in deze pH en inzicht in de rol van externe factoren zoals huidverzorgende producten onontbeerlijk. Dit geldt niet alleen voor artsen en therapeuten die producten voorschrijven of adviseren ter verzorging van de – vaak aangedane – huid maar ook voor producenten van huidproducten en iedereen die zelf gebruik maakt van huidverzorgende producten en cosmetica. Deze kennis kan bijdragen aan een betere huidverzorging bij de gezonde huid en ter preventie van en verzorging van vooral de gevoelige en beschadigde huid zoals bij tal van huidaandoeningen.
Mijn advies: Kijk bij het kiezen van producten voor de huid niet alleen naar de ingrediënten, kijk ook naar de pH van het product. Voorkomen is altijd beter dan genezen! In latere blogs zal dit onderwerp nader worden besproken.
Graag zie ik je reactie op deze blog met jouw ervaringen tegemoet en eventuele feedback.
PS. Wil je mijn blog delen in jouw netwerk, zodat ook andere mensen met huidproblemen hiervan leren?? Je kan dit heel eenvoudig doen door op een van onderstaande knoppen te klikken. Veel dank hiervoor!
"Een gezonde huid van buiten en van binnenuit!"
Namaste,
Marcelline Goyen Huidtherapeut BHS & Darmtherapeut
Bronnen:
Elias PM. Stratum corneum pH: Formation and function of the ‘Acid Mantle’. Exog Dermatol 2002;1:163-175 Doi: 10.1159/000066140. USA, 2002 Fluhr JW,
Korting HC en Braun-Falco. The effect of Detergents on Skin pH and Its Consequences. Clinics in Dermatology 1996;14:23-27, 1996
Lambers H, Piessens S, Bloem A, Pronk H, Finkel P. Natural skin surface pH is on average below 5, which is beneficial for its resident flora. International Journal of Cosmetic Science 28, 359-370, 2006
Schmid-Wendtner MH, Korting HC. The pH of the skin surface and its impact on the barrier function. Skin Pharmacol Physiol 2006;19:296-302 DO!: 10.1159/000094670, 2006
Schmid-Wendtner MH, Korting HC. pH and Skin Care [boek]. ABW-Wissenschaftsverlag Berlin. ISBN 978-936072-64-8, 2007
Zlotogorski A. Distribution of skin surface pH on the forehead and cheek of adults* Arch Dermatol Res (1987) 279:398-401, 1987